‘Het zal zeker na een halve eeuw de eerste keer zijn dat de Genneper watermolen weer heeft gemalen”, zo meldde Edwin van Bussel vorige week aan bestuursleden van de Stichting De Eindhovense Molens en aan ambtenaren van de gemeente Eindhoven. ,,De nieuwe molenaar Hans Kalkhoven en zijn vrouw Annemieke hebben kunnen vaststellen dat de watermolen prima maalt.”

Klopt dat wel, dat er zo lang geen meel is gemalen? De vorige molenaar Bernard van Stekelenburg zei eerder dat hij dit weleens deed, maar sporadisch. Als hij het maalwerk liet draaien, deed hij dat meestal ‘voor de prins’, waarbij de molenstenen niet op elkaar komen. Zelf malen en verkopen was commercieel niet haalbaar, en het maalwerk zou eronder lijden. De nieuwe molenaar Hans Kalkhoven haalt zijn schouders op. ,,Wij merken dat het prima gaat. En we zagen dat er, sinds deze molenstenen hier zijn geplaatst, niet eerder graan tussen is geweest.”

Kalkhoven (63) assisteerde tot nu toe de molenaar van de Collse Watermolen, Van Bussel. En nu heeft de gemeente hem gevraagd voor de Genneper Watermolen. Bezoekers zijn elke woensdag-, zaterdag- en zondagmiddag weer welkom in het rijksmonument. ,,Een prachtige molen op een prachtige plek.”

Tot voor kort voer Kalkhoven op zee, als scheepswerktuigkundige op de handelsvaart. ,,43 jaar in de techniek geeft een goede basis voor het werken op de molen. En nu ik met pensioen ben, heb ik er ook tijd voor.” Anders dan op de Collse molen krijgt hij nu continu bezoekers. ,,Ze zijn blij dat de molen weer draait.”

Zijn voorganger, Van Stekelenburg, was geen vrijwilliger maar ondernemer, hij runde een winkel in (elders gemalen) meel en diervoeder in het molenhuis. Hij heeft nog een winkel in Boxtel en de online winkel zelfbroodbakken.nl. Afgelopen zaterdag vond er voor de deur van de watermolen een handtekeningenactie plaats voor zijn terugkeer.

De gemeente zegde Van Stekelenburg vorig jaar de huur op, omdat hij volgens haar de molen niet genoeg liet malen en het molenhuis (te) vol had gestouwd met winkelwaar. De kantonrechter gaf de gemeente gelijk. Van Stekelenburg ging in hoger beroep maar kon uitzetting niet voorkomen.